Begin dit jaar is het Rijksmuseum gestart met een door Metamorfoze gefinancierd onderzoeksproject naar Japanse houtsneden uit de Edo periode: Japanse prenten beter bekeken. De belangrijkste vraag voor het onderzoek is: met welke kleuren zijn de Japanse houtsneden uit de collectie van het Rijksmuseum gedrukt, wat is de staat van de prenten en hoe kunnen we deze het beste bewaren en tentoonstellen? Na zo’n drie maanden onderzoek zijn de eerste resultaten al veelbelovend.
Bij Japanse prenten kun je je afvragen waar je precies naar kijkt. Zijn de kleuren die je ziet de originele kleuren of zijn deze prenten in de loop der tijd verbleekt of van kleur veranderd? Er bestaan veel kleurverschillen tussen verschillende afdrukken van dezelfde prent; komt dat door verbleking, betreft het latere inkleuringen of overschilderingen, of hebben we te maken met een compleet andere editie? Omdat we de verschillen in kleuren vaak niet goed weten te duiden is het op dit moment ook niet duidelijk wat de invloed van tentoonstellingsduur, blootstelling aan licht, en de wijze van bewaren is.
Eerste resultaten
Medewerkers van het Rijksmuseum van de afdeling Conservation & Science zijn begonnen met de eerste metingen om te kunnen analyseren welke kleurstoffen, pigmenten en bindmiddelen voorkomen in de collectie Japanse prenten. Ze maken gebruik van infrarood- en UV-fotografie, FORS (Fiber Optic Reflectance Spectroscopy), Macro-XRF, FTIR en Raman. De eerste resultaten geven al nieuwe inzichten. Tot nu toe hebben de onderzoekers XRF-analyses gedaan om de samenstelling van alle monsters te analyseren. Vervolgens zijn Macro-XRF analyses uitgevoerd op prenten uit de collectie om zo in kaart te brengen welke elementen voorkomen in de kleuren. Daarnaast zijn lichtverouderingstests uitgevoerd op dezelfde monsters om de snelheid van kleurverandering te meten.
Samenwerking Boston Museum of Fine Arts
Het Rijksmuseum werkt voor dit onderzoek samen met het Boston Museum of Fine Arts (BMFA). Zij hebben de afgelopen jaren al veel kennis ontwikkeld over hun eigen collectie Japanse prenten. Resultaten uit hun onderzoek zijn gedeeld op Ukiyo-e Print Colorant Database - CAMEO. Ze hebben een set monsters met 20 verschillende kleuren beschikbaar gesteld, die is vervaardigd met traditionele kleurstoffen en pigmenten. Het Rijksmuseum kan hiermee de mate van verkleuring meten met behulp van een Xenotest. Bij dit deel van het onderzoek wordt samengewerkt met onderzoekers van de RCE (Rijksdienst Cultureel Erfgoed) Door de eerste meting weten we al dat sommige kleuren een zichtbare verbleking laten zien na slechts 2 jaar tentoonstellen bij 50 lux.
Nieuwe kennis
Het onderzoek van het Rijksmuseum geeft een wetenschappelijke basis aan nieuwe kennis over kleurstoffen in Japanse prenten. Dankzij de geavanceerde apparatuur kunnen de onderzoekers van het Rijksmuseum op een non-destructieve wijze kunst op papier onderzoeken. Het is niet meer nodig om monsters van de verf te nemen. Met dit onderzoek wordt deze werkwijze verder uitgebreid. Aan het eind van het jaar zullen de eindresultaten bekend zijn.
Volgende stappen van het onderzoek
- Komend jaar werkt het team van Rijksmuseum verder aan het onderzoek en zullen onder andere de volgende onderdelen worden uitgewerkt: op basis van literatuuronderzoek verder in kaart brengen van kleurstoffen en pigmenten die gebruikt zijn bij het vervaardigen van Japanse prenten.
- Analyseren van de kleurstoffen, pigmenten en bindmiddelen die voorkomen in de collectie Japanse prenten uit de Edo periode in de Rijksmuseum collectie met behulp van niet-invasieve onderzoekstechnieken (IR- en UV-fotografie, FORS, Macro-XRF, FTIR en Raman) en de resultaten vergelijken met meetresultaten van het BMFA.
- In kaart brengen welke van de Japanse prenten in de Rijksmuseum collectie mogelijk verkleurd zijn. Binnen deze collectie is het mogelijk om losse prenten, die frequent of langdurig tentoongesteld zijn geweest te vergelijken met prenten in boeken van dezelfde kunstenaar die waarschijnlijk nauwelijks aan licht zijn blootgesteld. Hiervoor zullen met name de prenten en boeken van de kunstenaar Suzuki Harunobu onderzocht worden.
- Prenten uit de collectie van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel en de collectie van het Volkenkundig museum in Leiden vergelijken met exemplaren uit de Rijksmuseum collectie.
- Veroudering van loodpigmenten in Japanse prenten. Het is bekend dat er in de Edo periode gebruik is gemaakt van loodhoudende pigmenten Deze pigmenten kunnen door blootstelling aan waterstofsulfide in de lucht van kleur veranderen. Witte en rode loodpigmenten kunnen bijvoorbeeld na verloop van tijd zwart worden. Prenten waarbij de aanwezigheid van loodhoudende pigmenten wordt vermoed zullen in kaart worden gebracht en de mate van veroudering zal worden onderzocht. Dit onderzoek wordt deels uitgevoerd door Emily Benton, een student aan de Universiteit van Amsterdam.
De onderzoekers
Marije Jansen: Conservator Japanse prenten, afdeling Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum
Dionysia Christoforou: Restaurator papier, afdeling Papier en Fotorestauratie, Rijksmuseum
Juliet Baines: Junior restaurator papier, afdeling Papier en Fotorestauratie, Rijksmuseum
Leila Sauvage: Onderzoeker (papier), afdeling Science, Rijksmuseum en docent en coördinator van de opleiding voor Boek en Papierrestauratie aan de UvA.
Idelette van Leeuwen: Hoofd restauratieatelier Papier en Foto’s, Rijksmuseum
Lees meer
Lees over het onderzoek op de website van het Rijksmuseum: Japanse prenten beter bekeken