Een voor Nederland uniek landbouwarchief, het archief van de Koninklijke Maatschap De Wilhelminapolder, is online beschikbaar. Ruim 150 jaar landbouwgeschiedenis (1809-1960) is nu te raadplegen via de website van het Zeeuws Archief.
Het archief is voor het digitaliseringsproject aangevuld met enkele archieven (1618-1960) over meestoven uit het West-Brabants Archief en het gemeentearchief Goes. In meestoven werd meekrap bewerkt, de grondstof voor rode kleurstof, - eeuwenlang een toonaangevend en winstgevend product voor de Zeeuwse landbouw.
Door de omvang van het bedrijf en de volledigheid van het archief biedt het resultaat een betrouwbaar en uniek beeld van de agrarische geschiedenis van Nederland en West-Europa, inclusief de industrialisatie van de landbouw en het maatschappelijk-sociaal leven van de arbeidersklasse. Het bedrijf is nog altijd één van de grootste landbouwbedrijven in Nederland.
Archiefonderzoek
Het archief omvat langlopende, seriële gegevens over onder andere gewasopbrengsten, prijzen, voedingspatronen, bedrijfsadministratie en (mis)oogsten. Door de omvang van het grondgebied, de diverse teelten, alsmede de complete en langlopende series is het archief van uitzonderlijk belang. De lange periodes met structurele opgave van prijzen, oogstopbrengsten, series bedrijfsadministratie en financiële administratie zijn een bron bij uitstek voor kwantitatief onderzoek. Naast documenten bevat het kaarten, tekeningen en foto’s en zelfs enkele geluidsfragmenten.
Maatschap De Wilhelminapolder
In 1809 kochten enkele Rotterdamse handelaren als geldbelegging slikken en schorren ten noorden van Goes. De bedoeling was om na de indijking de grond met winst te verkopen maar omdat dit moeizaam verliep, werd besloten om de gronden te behouden. Er werd een maatschap opgericht om het grondbezit te exploiteren en de ingedijkte gronden winstgevend te maken. Aanvankelijk heette het ingedijkte gebied ‘de Lodewijkspolder’. In 1815 werd bij Koninklijk Besluit deze naam veranderd in ‘de Wilhelminapolder’, naar de naam van de vrouw van Koning Willem I. Om de arbeiders in de polder te huisvesten werd vanaf 1812 Wilhelminadorp aangelegd.
Veredeling van gewassen & innovatief fokprogramma
De Wilhelminapolder bleek een modern en toonaangevend bedrijf, bestaande uit zes hofstedes zoals Mosselbank en Goenje en later ook twee meestoven. Er was veel personeel nodig om al het werk uit te voeren. De bedrijfsvoering was vooruitstrevend. Zo hield men zich bezig met veredeling van graan- en fruitgewassen en het verbeteren van de veestapel bijvoorbeeld door het fokken met nieuwe soorten zoals in 1872 de uit Engeland afkomstige Lincoln Longwool rammen. Halverwege de negentiende eeuw werd drainage aangelegd in de akkers. Dat maakte het mogelijk om in rijen te telen en eerder en langer op het land te werken.
Stoommachines
Van 1850-1880 genoot de Wilhelminapolder als modellandbouwbedrijf internationale faam. Door de industrialisatie in Engeland, de opbloei van de wereldhandel door nieuwe transportmiddelen en de opheffing van importheffingen van buurlanden bereikte de Wilhelminapolder een ongekende bloei. Mechanisatie leidde tot de aanschaf van een compleet machinepark: er werden onder andere een locomobiel, stoomdorsmachine, tienrijen-zaaimachine en een maaimachine besteld. Door de industrialisatie waren er minder mensen nodig om al het werk te verrichten.
Arbeiders en bestuurders
Het dagelijks leven van een grote en diverse groep boeren, landarbeiders en bestuurders komt in dit archief aan de orde. Het archief geeft een prachtig beeld van de plaats die de Maatschap in de samenleving en in het dagelijks leven innam. De Maatschap was niet alleen bezig met landbouwactiviteiten maar raakte ook het sociale leven van zijn arbeiders en hun gezinnen.
Er was bemoeienis met kerkelijke zaken, verenigingsleven en maatschappelijke zorg, van zondagsschool tot zwemvereniging en bakkersbedrijf. Voor de arbeiderskinderen werd bijvoorbeeld een bewaarschool opgericht zodat de moeders in het arbeidsproces konden worden betrokken. Voor de huisvesting van de arbeiders werden woningen gebouwd. In 1829 is een kerk in gebruik genomen en een begraafplaats gerealiseerd. Daarnaast werd gewerkt om de infrastructuur in de polder te verbeteren. In 1959 werd het Wilhelminahuis gebouwd dat bedoeld was de verschillende dorpsverenigingen een onderkomen te bieden. Kortom: Wilhelminadorp werd het dorp waar de arbeiders konden wonen, werken en leven.
Meestoven
Meekrap was eeuwenlang een toonaangevend en winstgevend product voor de Zeeuwse landbouw. De teelt van meekrap in De Wilhelminapolder is vanaf ca 1813 een typisch Zeeuws fenomeen. De wortels van deze plant werden gebruikt als grondstof voor rode kleurstoffen. Vanaf 1870 verdwenen de meestoven omdat de kleurstof relatief eenvoudig op chemische basis verkregen kon worden. Naast informatie over de teelt van meekrap geeft het archief inzicht in de bouw van de meestoven door tekeningen en bestekken. Internationaal uniek zijn de staalboeken van de meekrap. Zij geven informatie over de kleur, opbrengst en kwaliteit.
Het Zeeuws Archief heeft de zoekgids ‘meekrap en meestoven in Zuidwest-Nederland, 1700-1950’ samengesteld. Deze gids biedt een overzicht van archiefstukken die betrekking hebben op de teelt van meekrap die aanwezig is in diverse archieven en verzamelingen van archiefdiensten. Ook zijn er stukken opgenomen van het streekarchief Goeree-Overflakkee. Deze maken geen onderdeel uit van dit project maar zijn wel opgenomen in de zoekgids. De gids dient als startpunt voor onderzoek naar de meekrapteelt. In de inleiding staat de teelt van meekrap uitgebreid beschreven.
Online bronnen
- Archief Koninklijke Maatschap De Wilhelminapolder, (1790) 1809-2005
- Gids Meekrap en meestoven in Zuidwest-Nederland, 1700-1950
- Artikel over de Wilhelminapolder bij het Zeeuws Archief