Conservering van boeken en archiefstukken beoogt een duurzame toegang tot de in die bronnen aanwezige informatie mogelijk te maken door middel van schade-preventieve maatregelen en curatieve behandelingen. In de conserveringspraktijk gaat het vaak om het voorkomen van informatieverlies, waarbij het zowel gaat om de op het document aanwezige informatie in de vorm van tekst en beeld, als de informatie die samenhangt met de materiële aard en samenstelling van de documenten zelf. Conservering omvat het zodanig behandelen van originele objecten (losbladig en gebonden stukken, kaarten, tekeningen en fotografisch materiaal) dat het hanteren, transporteren en digitaliseren veilig, zonder schade te veroorzaken, kan plaatsvinden.
De volgende behandelingen zijn mogelijk:
- Eerstelijnsconservering: behandelingen die het archief digitaliseringklaar maken, zoals droogreinigen, vlakken, ezelsoren terugvouwen, scheuren repareren.
- Het bestrjiden van verzuring en inktvraat door middel van ontzuren en een fytaatbehandeling en/of restauratie van de inktvraat.
- Het aanvezelen of doubleren van extreem zwak papier. Soms kan het noodzakelijk zijn een ingrijpender behandeling uit te voeren omdat het materiaal anders niet hanteerbaar is. Als er in het materiaal ook ijzergallusinkt aanwezig is, kan voorafgaand aan het aanvezelen een fytaatbehandeling uitgevoerd worden. Bij deze behandeling moet rekening worden gehouden met een vermindering van het contrast tussen drager en inkt.
- De behandeling van gebonden stukken die niet goed kunnen worden geopend en waarbij delen van de tekst te diep in de kneep (boekvouw) zitten. Als de manier van digitaliseren niet kan worden aangepast, moet worden overwogen of er iets aan de verschijningsvorm van het object kan worden gedaan: in extreme gevallen kan dat betekenen dat de band uit elkaar gehaald wordt. Voor een Metamorfozeproject moet de instelling deze beslissing met een onderbouwing aan het Bureau voorleggen.