In het verleden werd kopergroen veelvuldig gebruikt als pigment voor het inkleuren van percelen op landkaarten. Deze pigmenten, verkregen uit mineralen op basis van kopercarbonaat, tasten op den duur het papier zodanig aan, dat er een zichtbare doorslag naar de achterkant van het papier plaats vindt. Er ontstaan bruine verkleuringen en vlekken rondom en op de plaatsen waar het kopergroen is aangebracht. Vanwege de groene kleur wordt kopervraat ook wel groenvraat genoemd. Net als bij inktvraat worden de celluloseketens afgebroken en verzwakt het papier op deze plaatsen uiteindelijk zodanig dat er gaten ontstaan. Het kopergroen vreet zich door het papier heen.