Op de kennisbijeenkomst van Metamorfoze op 11 juni 2019 ging het over papier. Wat kun je aan papier zien en wat is de beste manier om het te conserveren? Papier uit de Middeleeuwen, afkomstig uit kantoren, of als product van animatiefilms. Negen verschillende sprekers deelden kunnen kennis met zo'n 130 nieuwsgierige en geïnteresseerde professionals.
Nieuwe technieken om informatie uit papier te halen
Bas van Velzen van de Universiteit van Amsterdam (UvA) opende de middag en zoomde in op de vezels van het papier. Bas promoveerde afgelopen jaar op het proefschrift The universe between felt and wire: a new look into the typology of western made paper, over de westerse papierproductie in al zijn aspecten en variaties. Bas vertelt over de gebruikte materiaalsoorten en de verschillende wijzen van fabriceren door de eeuwen heen. Het onderzoek biedt inzicht in de complexiteit van de materiële samenstelling en de tekstuele waarde die het papier bezit. Deze kennis helpt erfgoedinstellingen in het bepalen van hun conserveringsbeleid van papieren erfgoed.
De risico’s van het digitaliseren van Middeleeuwse manuscripten
Ilse Korthagen, afgestudeerd bij Universiteit van Amsterdam als papierrestaurator, vertelt samen met Femke Prinsen van de UVA, over het digitaliseren van Middeleeuwse manuscripten. In samenwerking met de KU Leuven werkten zij aan dit onderzoek. Met enthousiasme vertellen ze over scantechnieken die rekening houden met de kwetsbaarheid van het erfgoed en die de materiële eigenschappen van het papier het beste kunnen weergeven. In 2016 verscheen het eerste resultaat van hun onderzoek als artikel op de website van Metamorfoze. Inmiddels is er ook een handige checklist en een herzien artikel. Deze checklist is een handzame tool voor restauratoren, bibliothecarissen en professionals op het gebied van digitalisering.
Hoe schrijf je een goed restauratieverslag?
Marieke Kraan van KOP Papierrestauratie vertelt over een object dat zij enkele jaren geleden in handen kreeg voor restauratie. Zij kon geen werkzaamheden uitvoeren, omdat er niets gedocumenteerd was over eerder (zichtbaar) uitgevoerde behandelingen. Dit bracht haar op het idee om onderzoek te doen naar restauratiedocumentatie. Bij de restauratie-opleidingen in Nederland besteden ze voldoende aandacht aan het documenteren van alle restauratiehandelingen. Maar in de praktijk blijkt het documenteren niet consequent of gewoon op een te magere wijze te gebeuren. Marieke gaat dit najaar vakgenoten uitnodigen voor een kennisbijeenkomst en zal interviews houden om vervolgens tot de eerste conclusies te komen. Waar moet een goed verslag aan voldoen? Is het mogelijk om hiervoor een centrale database aan te leggen?
Papierhandel in de Gouden Eeuw
Megan Williams van de Rijksuniversiteit Groningen heeft onderzocht hoe de papierhandel in de Gouden Eeuw verliep. Van de papieren die bewaard zijn gebleven weten we meestal wel wat erop geschreven staat. Maar waar die papieren vandaan kwamen en hoe het papier werd verhandeld weten we minder. De papierhistoricus Henk Vroon die tot 1986 als conservator bij de afdeling papierhistorie van de Koninklijke Bibliotheek werkte heeft destijds al wat onderzoek gedaan. Megan komt met haar onderzoek nog veel meer te weten.
We kennen de Gouden Eeuw als bloeiperiode voor beeldende kunst. Maar het was ook een gouden eeuw voor het boek. Terwijl er in die periode zo’n drie miljoen schilderijen zijn gemaakt zijn er maar liefst 300 miljoen boeken gemaakt. Er was enorm veel vraag naar papier. In die tijd ging men steeds meer vastleggen en een uitgebreide administratie bijhouden.
De papierhandel is voornamelijk onderzocht vanuit het perspectief van de boekgeschiedenis. Megan gaat met haar onderzoek meer in op de geschiedenis van het schrijfpapier en zoekt naar een internationaal perspectief op de geschiedenis van de vroegere papierhandel.
Wat is het materieel verval bij kantoorkopieën?
Sophie van de Water van het Stadsarchief Amsterdam vertelt over het onderzoek dat zij samen met Claire Phan-Tan-Luu en Janien Kemp heeft gedaan. Zij hebben gekeken naar de kopieertechnieken die het meest voorkomen. Dat is het kopieerboek, hectography, het carbonkopie, het stencilkopie en de diazokopie. Het archief van het Stadsarchief bestaat voor 48% uit kantoorkopieën. Dat is dus een aanzienlijk deel. Er is nooit eerder in kaart gebracht wat dit deel van het archief precies bevat. Voor de conservering is het belangrijk om te weten wat de verschillende types zijn. Daarna kun je pas bepalen wat de behandelmethode moet zijn.
Conservering van animatie-artwork
Aafke Weller en Mette Peters van het Eye Filmmuseum vertellen over het onderzoek dat zij hebben gedaan voor de conservering van animation-artwork. Ze laten de indrukwekkende hoeveelheden materiaal zien die ontstaan bij het maken van een animatiefilm. Voor het behoud hebben ze niet alleen te maken met het papier, maar ook de kunststof folies en de verflagen. Wat voor papier een juiste bewaaromstandigheid is blijkt dat niet te zijn voor de folies en de verf. Dat maakt de conservering complexer. Voor de kennisuitwisseling hebben Aafke en Mette gekeken naar instellingen in het buitenland met vergelijkbare collecties. Zo hebben ze een netwerk kunnen opbouwen en blijven ze dat actief onderhouden. Er is een website met de beschikbare kennis. En aan eind van dit jaar komt er een online Schadeatlas voor de inventarisatie van de schades. Dat werken ze uit in samenwerking met hun netwerk.
De conservering van bouwtekeningen
Het verval is overal. Dat valt de dagvoorzitter op. Ook bij bouwtekeningen. Hilde Schalkx vertelt over het project dat zij doet in opdracht van Het Nieuwe Instituut. Wat is nodig voor het behoud van hun collectie bouwtekeningen? Om dat te bepalen werkt zij aan een model voor een schadeinventarisatie. Bouwtekeningen zijn anders gemaakt dan archiefstukken. Ze hebben daardoor andere schadekenmerken. Het zijn over het algemeen grote formaten, die anders bewaard worden. Daarom is er ook aandacht voor de verpakking. Het onderzoek is nu nog maar in de beginfase. ‘We bereiden ons voor op een grootschalig project, waarvoor veel materiaal geconserveerd gaat worden’, vertelt Hilde. Om dat goed te kunnen doen is het belangrijk om de juiste behandelmethode te kunnen bepalen. Daar gaat het model voor de schadeinventarisatie mee helpen.